Geen brandstofkosten, een lagere bijtelling: het klinkt als een fiscaal feestje om zakelijk in een elektrische auto te rijden. Maar wat kost het nu echt?
Laten we eerst maar even met het slechte nieuws beginnen: vanaf dit jaar komen zakelijke berijders van een EV (Electric Vehicle) niet meer in aanmerking voor de ‘milieu-investeringsaftrek’ (MIA) en de ‘willekeurige afschrijving milieu-investeringen’ (VAMIL), die ervoor zorgden dat je in de afgelopen jaar een fors deel van de aanschafprijs van een EV fiscaal kon verrekenen. Inmiddels acht de overheid zo’n financieel douceurtje niet meer nodig omdat de EV zeker voor zakelijk gebruik is ingeburgerd. Alleen als je in een auto met geïntegreerde zonnecellen (die moet je zoeken met een lantaarntje) of met waterstofaandrijving (idem dito) rijdt, kom je nog in aanmerking voor MIA/VAMIL, en dat geldt ook voor eigenaren van een elektrische bestelwagen.
Geen BPM en Motorrijtuigenbelasting
Maar er zijn nog andere voordelen voor zakelijke berijders van een elektrische auto. Net als particuliere eigenaren van een EV betalen zakelijke gebruikers namelijk geen BPM bij de aanschaf van een elektrische auto. Ze hoeven evenmin motorrijtuigenbelasting te betalen, in ieder geval tot 2025 niet. Zodoende worden de kosten voor het rijden in een elektrische auto weer wat verlaagd.
Een ander prettig aspect is het lagere bijtellingspercentage. Hoewel ook hier geldt dat het allergrootste voordeel inmiddels wel is verdwenen (enkele jaren geleden hoefde je voor een EV helemaal niets bij te tellen!), is het nog altijd lager dan in het geval voor een auto met een reguliere verbrandingsmotor. Daarvoor wordt 22 procent in rekening gebracht, in het geval van een EV wordt een percentage van 16 procent gehanteerd. Daar staat wel tegenover dat de aanschafprijs van een EV vaak hoger is dan die van een auto met benzine- of dieselmotor, dus dat maakt het voordeel dan weer wat kleiner. Bovendien zal in de komende jaren het bijtellingspercentage voor EV’s stukje bij beetje worden verhoogd, om uiteindelijk in 2026 even hoog te zijn als voor auto’s met verbrandingsmotor. Als je nog in 2022 een volledig elektrische auto leaset, maak je de komende 5 jaar gebruik van het huidige bijtellingstarief van 16%. Als je je elektrische auto uitsluitend voor zakelijke ritten gebruikt, hoef je geen bijtelling te betalen, maar het is dan wel zaak om een goede ritregistratie bij te houden.
Kosten van de laadpaal fiscaal te verrekenen
Als je een EV aanschaft, wil je het liefst ook thuis over een lader beschikken. Er zijn hiervoor verschillende regelingen voor zakelijke berijders van een EV. De aanschaf- en installatiekosten kunnen gedeeltelijk worden afgeschreven met behulp van de MIA- en Vamil-regelingen. Ook hanteren diverse gemeenten subsidieregelingen met betrekking tot laadpunten. Een overzicht hiervan is te vinden op de website Nederland Elektrisch, waar je kunt checken of dit ook in jouw gemeente het geval is. Een ander voordeeltje is het feit dat je als zakelijke gebruiker van een EV tot eind dit jaar minder belasting betaalt over het energieverbruik dat betrekking heeft op het laden van je elektrische auto. Over de eerste 10.000 kWh die je verbruikt is het energiebelastingtarief per 2022 flink gedaald, van € 0,094 naar € 0,36 per kWh. Dat scheelt ook weer een beetje. Op die manier levert een elektrische auto toch belastingvoordeel op.
SEPP-regeling voor particuliere EV-bezitters
Een andere belangrijke regeling is de Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP), die interessant kan zijn voor zakelijke berijders die privé een auto aanschaffen en hun zakelijke kilometers verrekend krijgen. Voor dit jaar was er een budget beschikbaar van 71 miljoen euro voor nieuwe elektrische auto’s en voor gebruikte EV’s 20,4 miljoen. Inmiddels is de pot voor nieuwe auto’s leeg. Het goede nieuws is echter dat de SEPP-regeling ook in 2023 en 2024 nog wordt gehanteerd, en wellicht in de jaren daarna ook nog. Wel wordt de subsidie die je ontvangt bij aanschaf van een nieuwe EV naar beneden bijgesteld. Dit jaar had je recht op 3.350 euro, in 2023 is dit 2.950 euro en het jaar daarop 2.550 euro. Voor gebruikte elektrische auto’s blijft het subsidiebedrag de komende jaren gelijk, met een bedrag van 2.000 euro.
Wat kosten de verschillende laadopties?
We hebben al veel geschreven over de kosten die het rijden in een elektrische auto met zich meebrengen, maar over een belangrijke kostenpost hebben we het nog niet gehad: het energieverbruik. We kunnen sowieso stellen dat het laden van een EV een heel stuk voordeliger is dan het voltanken van een auto met benzine- of dieselmotor, helemaal met de huidige brandstofprijzen. En gezien alle ontwikkelingen in de wereld lijkt daar voorlopig geen verandering in te komen.
De meest voordelige laadoptie is vaak op het werk, even afhankelijk van het bedrag dat je werkgever daarbij in rekening brengt. Of wellicht mag je zelfs gratis stroom ‘tanken’ van je baas. Bij die situatie moet je wel even rekening houden met de Belastingdienst. Over het algemeen wordt er echter een tarief gehanteerd dat vergelijkbaar is met dat van thuis opladen, wat gemiddeld 35 cent per kWh kost. Houd daarbij wel rekening met het feit dat de energieprijzen in hoog tempo stijgen, waardoor het kostenplaatje telkens anders uitvalt.
In het geval van thuis laden is het verstandig om ook een laadpaal aan te schaffen. Die kosten worden relatief snel terugverdiend. Ook geeft het een meerwaarde aan je huis, het is een goede investering voor de toekomst. Maar het geeft vooral ook meer laadsnelheid, dus meer comfort. Als je een laadpaal wilt laten plaatsen, moet je rekenen op zo’n € 500 tot € 1.500 voor de aanschaf van de laadpaal en gemiddeld € 350 tot € 400 voor de installatie.
Een andere mogelijkheid is laden bij een openbare laadpaal. De tarieven die hier worden berekend, verschillen sterk. Reken gemiddeld op zo’n 40 cent per kWh. Veruit de duurste laadmogelijkheid is bij de snellaadstations langs de snelweg. Hoewel het laden hier snel verloopt en je na een koffie en een broodje vaak weer genoeg stroom hebt bijgeladen om je rit te kunnen voltooien, betaal je hier letterlijk wel een prijs voor. Met een gemiddelde van € 0,69 per kWh is snelladen met voorsprong de duurste manier om op te laden.
Laadkosten mogen onbelast worden vergoed
Als een werknemer de beschikking heeft over een elektrische leaseauto van de zaak, dan mag een werkgever alle laadkosten met betrekking tot laden in binnen- en buitenland onbelast vergoeden. Hiervoor moet een medewerker/medewerkster zijn of haar kWh-verbruik en het in rekening gebrachte kWh-tarief via een specificatie doorgeven, maar dit verloopt vaak automatisch via de softwareleverancier van de laadpaal. Ook de kosten voor het plaatsen van een laadpaal inclusief installatie mogen onbelast worden vergoed door de werkgever. Vaak worden deze kosten echter ondergebracht in het leasebedrag voor de medewerker. Deze onbelaste vergoeding geldt overigens niet voor werknemers die privé in een elektrische auto rijden. Zij hebben alleen recht op de reguliere onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,19 per km.
Samenvattend: De keuze voor een elektrische auto is relatief gemakkelijk gemaakt, maar er zijn meer én andere aspecten waar je rekening mee dient te houden bij je keuze voor elektrisch. Welke (financiële) regelingen zijn er, wat zijn precies de kosten als je eenmaal elektrisch gaat rijden. Waar kun je bijvoorbeeld het beste opladen? Elektrisch rijden is niet moeilijk maar wel anders. Elektrisch rijden biedt veel verschillende voordelen, maar laat je daarover wel goed en objectief informeren. Een adviesgesprek met Patrick Kavelaars kan je daar goed bij helpen.